Hoe lang moet een nabestaandenlijfrente uitkeren?
Voor een nabestaandenlijfrente gelden aparte fiscale regels. De looptijd van een nabestaandenlijfrente is afhankelijk van uw relatie tot de overledene. In dit artikel leest u alles over de regels waaraan een nabestaandenlijfrente moet voldoen en ziet u waar u de hoogste uitkering kunt krijgen.
Wanneer moet een nabestaandenlijfrente ingaan?
Wanneer u te maken krijgt met een overlijden is het regelen van een nabestaandenlijfrente niet meteen noodzakelijk.
Als blijkt dat u een lijfrente erft dan heeft u ruim de tijd om te bepalen wat u ermee gaat doen. U heeft een wettelijke bedenktijd van minimaal 2 jaar na het jaar van overlijden om uw lijfrente te regelen. Dus erft u in april 2023 een lijfrente dan moet u voor 31-12-2025 een nieuwe lijfrente regelen.
Zo'n lijfrente moet dan wel direct ingaan. U kunt dus niet kiezen om de lijfrente nog een aantal jaren uit te stellen. Wel kunt u slim gebruik maken van de wettelijke termijn om zelf iets meer invloed te hebben op het moment van ontvangen van de eerste uitkering.
Wel uitstel voor nabestaandenlijfrente bij ANW uitkering
Heef u recht op een ANW uitkering dan kunt u de ingangsdatum van de uitkeringen uitstellen tot het moment dat u geen ANW meer gaat ontvangen. In dat geval kunt u de nabestaandenlijfrente stallen op een lijfrente opbouw bankspaarrekening.
Vergelijken nabestaandenlijfrente
Op moneywise.nl kunt u zelf zien aan welke voorwaarden uw nabestaandenlijfrente moet voldoen en kunt u zelf uitrekenen bij welke bank of verzekeraar u de
beste nabestaandenlijfrente afsluit.
Minimale uitkeringsduur nabestaandenlijfrente
Als u de lijfrente via een nabestaandenlijfrente laat uitkeren, dan geldt er een minimale uitkeringsduur. Bij het bepalen van de minimale uitkeringsduur wordt gekeken naar de relatie die de nabestaande heeft tot de overledene.
In onderstaande tabel ziet u de minimale uitkeringsduur gespecificeerd:
Relatie tot de overledene | Uitkering via banksparen | Uitkering via verzekering |
---|
Kind, kleinkind, achterkleinkind | Minimaal 5 jaar voor 30ste verjaardag. Of tot 30ste verjaardag. Of minimaal 20 jaar.* | Tot 30ste verjaardag of levenslang. |
Partner, ex-partner. | Minimaal 5 jaar. | Vrije keuze. En 1% sterftekans.** |
Vader, moeder, opa, oma of overgrootvader, overgrootmoeder. Ouder dan 30 jaar | Minimaal 20 jaar | Levenslang. |
Vader, moeder jonger dan 30 jaar. | Minimaal 5 jaar voor 30ste verjaardag. Of tot 30ste verjaardag. Of minimaal 20 jaar.* | Tot 30ste verjaardag of levenslang |
Broer, zus jonger dan 30 jaar. | Minimaal 5 jaar voor 30ste verjaardag. Of tot 30ste verjaardag. Of minimaal 20 jaar.* | Tot 30ste verjaardag of levenslang. |
Broer, zus ouder dan 30 jaar. | Minimaal 20 jaar. | levenslang. |
Oom, tante jonger dan 30 jaar. | Minimaal 5 jaar voor 30ste verjaardag. Of tot 30ste verjaardag. Of minimaal 20 jaar.* | Tot 30ste verjaardag of levenslang. |
Oom, tante ouder dan 30 jaar. | Minimaal 20 jaar. | levenslang. |
* De uitkering moet lopen tot uiterlijk de 1ste van de maand waarin u 30 jaar wordt. De looptijd van de uitkering is dan maximaal het aantal jaren (en maanden) dat u jonger bent dan 30 jaar.
Bijvoorbeeld: u bent 26 jaar als u de 1e uitkering ontvangt. De uitkering stopt als u 30 jaar wordt.
De looptijd is 4 jaar.
Wilt u ook na uw 30ste verjaardag een uitkering ontvangen? Dan wordt de looptijd minimaal 20 jaar.
Bijvoorbeeld: u bent 24 jaar als u de 1e uitkering ontvangt. En de uitkering stopt niet als u 30 jaar wordt.
Dan moet de looptijd minimaal 20 jaar zijn.
De uitkering stopt voordat u 30 jaar wordt. De uitkeringsduur is dan minimaal 5 jaar.
Bijvoorbeeld: u bent 21 jaar als u de 1e uitkering ontvangt. De uitkering stopt als u 28 jaar wordt. De looptijd is dan minimaal 5 jaar, namelijk 7 jaar.
sterftekans 1 %
Er moet een sterftekans zijn van ongeveer 1%. Dit betekent dat er een kans van ongeveer 1% moet zijn dat u tijdens de looptijd van de uitkeringen overlijdt. Dit is gebruikelijk bij verzekeringsproducten. De verzekeraar hanteert hiervoor een standaard tabel. Hierin staat per leeftijd de minimale looptijd van de uitkeringen. Hoe ouder u bent, hoe korter de minimale looptijd. Bij een verzekering op 2 levens geldt de minimale looptijd op basis van de langste overlijdenskans, die van uzelf of de 2e verzekerde.
Vragen?
Heeft u hierover een vraag? Neemt u dan contact met ons op: 085 7607600.
Jochem Kessens
Jochem is medeoprichter van Moneywise en weet veel van financiële producten waaronder lijfrente.
Heb je een vraag?
Bel hem of zijn collega's op 085-760 7600